Hier enkele tips waarmee je de taalontwikkeling van de kinderen kunt verbeteren.

 

• Er moet een positieve sfeer hangen op de peuterspeelzaal, een positieve sfeer is belangrijk voor het welbevinden van het kind en dus de mogelijkheid voor het kind om zich te kunnen ontwikkelen.

 

• Feedback geven op dat wat het kind heeft gemaakt of aan het doen/oefenen is. Door feedback te geven weet het kind wat hij of zij goed doet en eventueel de volgende keer beter zou moeten doen.

 

• Alle kinderen moeten een eigen lesprogramma krijgen wat bij het kind past. Een gericht programma heeft meer effect op het kind.

De kinderen in een groep op de peuterspeelzaal kunnen op verschillende niveaus zitten, sommige kinderen zijn al een grote stap verder dan de andere. Hiervoor is het dus handiger dat elk kind een eigen programma heeft zodat hij elke keer weer nieuwe woorden bij kan leren en niet op hetzelfde niveau blijft hangen.

 

• Er moet veel sociaal contact zijn tussen het kind en de begeleiders maar ook tussen het kind en de andere peuters op de peuterspeelzaal.

Door het contact kan het kind zijn hoe de andere peuters, maar ook de begeleiders, in bepaalde situaties reageren. Hierdoor leren de kinderen hoe zij zich de volgende keer in deze situatie moeten gedragen en hoe ze hierop moeten reageren.

 

• Wanneer je het kind wat nieuws wilt leren moet dit op een hoger niveau liggen dan dat zijn huidige niveau is. Als het te weinig nieuwe informatie bevat leert het kind niet veel meer dan dat hij al kende en dan zal het kind ook sneller verveeld zijn omdat hij die informatie al kent en dan zal het kind minder zijn best gaan doen.

Het moet ook niet teveel nieuwe informatie bevatten want dan zullen de kinderen dit door elkaar gaan halen.

 

• Werk in thema’s, die aansluiten aan de omgeving van de kinderen, voor een bepaalde periode. Bijvoorbeeld: Sinterklaas, kerst, herfst. De activiteiten in deze periode moeten aansluiten aan het thema. Dit geeft een gerichte structuur. Het is belangrijk dat ze dit thema spelenderwijs ontdekken zodat ze hier ook zelf dingen uit gaan herkennen.

 

• Als kinderen fouten maken is dit niet erg, het is zelfs goed. Door het maken van fouten en door deze te herstellen neemt de woordenschat van het kind toe.

Straf de kinderen daarom niet als ze een fout maken maar probeer ze te verbeteren en laat de verbetering door de kinderen herhalen.

 

• Zet per activiteit 5 tot 7 woorden centraal. Doordat er maar een paar woorden centraal staan kun je precies zijn wanneer de woorden begrepen zijn.

 

• Benoem alles waar je met het kind over praat en herhaal dingen, dit stimuleert de taalontwikkeling. Dit kan gebeuren bij het voorlezen, wanneer het kind zelf boekjes aan het bekijken is, je met het kind aan het praten bent en in kringgesprekken. Wanneer je liedjes zingt met de groep is het ook handig om deze enkele keren te herhalen, zo onthouden de kinderen het liedje, of terwijl de woorden, makkelijker.

 

• Je moet de kinderen niet pushen om iets te doen. Als ze iets niet willen, haken ze snel af en onthouden ze de dingen die ze moeten leren vaak niet. Ze moeten er plezier in hebben en anders heeft vaak geen nut.

Een goede oplossing hiervoor is om dingen spelende wijs te leren. Dit is via spelletjes en dit vinden de kinderen vaak leuk om te doen.

 

• Kinderen leren vaak veel wanneer ze voorgelezen worden, dit vergroot hun woordenschat. Lees daarom de kinderen vaak voor, laat hierbij ook de plaatjes zien als die erin staan en beschrijf deze, hierdoor kunnen ze de dingen die op de plaatjes staan ook op andere plekken herkennen. Stel de kinderen ook vragen over het boek, het liefst open vragen. Bijvoorbeeld waar het voorwerp in het boek voor dient en of ze dat thuis ook hebben. Hierdoor leren ze dingen aan elkaar te koppelen.