Wij hebben in december 2014 een peuterspeelzaal bezocht. Hier kwamen we terecht in een speciale groep met alleen maar kinderen met een taalachterstand. We hebben hier gekeken naar de manier hoe zij de kinderen daar stimuleren op het gebied van taalontwikkeling. De kinderen uit de groep die wij geobserveerd hebben, hebben allemaal een taalachterstand. Ook hebben we een interview gehouden met de begeleider van deze groep om nog meer te weten te komen over de manier van leren van deze peuterspeelzaal.

Op de peuterspeelzaal zat een meisje van die ouders beide afkomstig zijn van het buitenland, dit meisje was dan ook opgevoed in de taal van de ouders en niet met de Nederlandse taal terwijl zij zelf wel in Nederland is geboren. Ze moesten voor haar alles een keertje dubbel herhalen. Bij de meeste woordjes gebruikten zij ook afbeeldingen anders snapte zij het als nog niet. Dit is een goede manier om de woordjes die het kind niet kent toch in het hoofd te laten opslaan.

We zijn erachter gekomen dat er nog wel een aantal dingen verbetert zouden kunnen worden wanneer we de wetenschap hebben vergeleken met deze peuterspeelzaal.

Op deze peuterspeelzaal hadden ze zo'n 10 woorden centraal staan per thema. Ons advies was dan ook om deze woorden te verminderen naar 5 tot 7 woorden per periode van een thema.  

De begeleiders deden spelletjes met de kinderen in redelijk grote groepen, hierbij moet je denken aan een groep van 5 tot 8 kinderen. Dit was een nadeel want zo zitten er kinderen bij elkaar in de groep die op verschillende niveau's zitten. Wanneer er dan een spelletje wordt gedaan op een redelijk laag niveau leren de kinderen die op een hoger niveau zitten vrij weinig omdat zij dit allemaal al kennen. Daarom is het handig om in kleine groepjes spelletjes te gaan spelen.